Graat tussen cannelures 0000.0011

 

Literatuur

 

- Koepf, Hans, Bildwörterbuch der Architektur. Deel in de serie 'Kröners Tachenausgabe', nr 194. Stuttgart (Kröner), 1985ongewijzigde herdruk van 2e druk uit 1974/1e druk 1968. [451 blz. ISBN 3.520.19402.3]. Hierin: blz. 215 ("Kanneluren"), 357 ("Steg", 2e betekenis)

- Pérouse de Monclos, Jean-Marie, Architecture, Vocabulaire. Deel in de serie 'Inventaire général des monuments et des richesses artistiques de la France. Principes d'analyse scientifique'. Paris (Imprimerie Nationale), 1993. [622 blz. ISBN 2.11.080962.2]. Het boek heeft diverse nummeringen, o.a. per kolom. Hierna worden uitsluitend pagina's opgegeven. Hierin: "Cannelures ŕ arętes vives", blz. 250-251, 365, 386

- Fleming, John & Hugh Honour & Nicolaus Pevsner, Dictionary of Architecture. Harmondsworth (Penguin) 19853e editie, 6e druk. [356 blz. ISBN 0.14.051013.3]. Hierin "Arris": blz. 19 (graat in het algemeen), 118 (bij 'fluting' = cannelure)

- Gugel, E., Geschiedenis van de Bouwstijlen in de Hoofdtijdperken der Architectuur. Eerste deel (4e druk, bewerkt door J.H.W. Lelieman). Rotterdam (Bolle), (1918?). [629 blz. ISBN -]. Hierin: o.a. blz. 284-285 ("Den eenvoudigsten vorm van canneleering - de technische benaming van deze architectonische versiering - vertoont de schacht der dorische kolom (afb.). De jonische en korinthische zuilen hebben diepere, en doorgaans ook meer kanalen; deze raken elkander niet met scherpe kanten, maar zijn onderling door smalle stegen gescheiden (afb.)." - dit is de relevante tekst volledig)